Gevolgen van plots- en laatdoofheid

De gevolgen van plots- en laatdoofheid zijn groot. In korte tijd is het niet meer mogelijk om op de oude, gebruikelijke manier met mensen te communiceren. Een hoorapparaat helpt vaak niet (meer) om een gesprek voldoende te kunnen volgen. Op den duur raken mensen hierdoor oververmoeidheid. Of ze hebben nergens energie voor en kunnen zich slecht concentreren. Dit alles heeft gevolgen voor thuis, op het werk en op school.

GGMD kan helpen met begeleiding.

Verliesverwerking

Bij het geheel of gedeeltelijk kwijtraken van het gehoor spelen allerlei gevoelens, net als bij rouw. Het verwerken van het verlies en het leren omgaan met de beperking kost tijd. Voor de plots- of laatdove zelf en voor zijn of haar naasten.

Eenzaamheid

Een gesprek volgen kost plots- en laatdoven veel energie. Ze kunnen daardoor gesprekken uit de weg gaan. Ze raken in zichzelf gekeerd en lopen de kans eenzaam te worden. Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat snel een nieuwe manier van communiceren wordt aangeleerd. Contact met lotgenoten kan helpen om nieuwe mensen te leren kennen en te horen hoe anderen ergens mee omgaan.
Met horenden contact houden, gaat niet vanzelf. Elke keer aangegeven dat je doof of slechthorend bent en hoe de communicatie daarop aangepast moet worden, is niet voor iedereen even eenvoudig. Een assertiviteitstraining, zoals de training Opkomen voor jezelf en individuele begeleiding kunnen hierbij helpen.

Angst

Voor plots- en laatdoven vallen dagelijkse geluiden ineens weg. Dit kan tot verwarring en angst leiden. Als de angst langere tijd blijft bestaan en men bijvoorbeeld niet meer naar buiten durft of met andere mensen contact durft te zoeken, dan is het goed om hulp te vragen.

Depressiviteit

Plots- en laatdoven hebben soms last van onbegrip, moeizame sociale contacten en gebrek aan energie. Ze kunnen klachten hebben als somber zijn, nergens zin in hebben, niet kunnen slapen, onrustig zijn, moeilijk kunnen concentreren of zich terugtrekken. Het kan zijn dat zij dan last hebben van een depressie. Het is goed om dan hulp te zoeken.

Gevolgen voor de omgeving

Als iemand plots- of laatdoof wordt, heeft dat invloed op de mensen om hem of haar heen. Mensen die plots- of laatdoof worden, gaan zich vaak anders gedragen. Ze gaan bijvoorbeeld niet meer naar verjaardagen of hebben vaker een slecht humeur. Ze kunnen minder zin hebben om iets leuks te gaan doen. Op de partner en andere naasten wordt een groter beroep gedaan, bijvoorbeeld als er gebeld moet worden. Dit bespreken en creatieve oplossingen zoeken, houdt een relatie goed. GGMD kan u daarbij helpen.
Informatie over gehoorverlies en de communicatie kan de omgeving helpen beter hiermee om te gaan.